Verklarende Woordenlijst

Cervicale spondylomyelopathie

zie ook: Wobbler

Bij (caudale) cervicale spondylomyelopathie (CCSM) ontstaan zenuwsymptomen door druk op het cervicale ruggenmerg. Deze aandoening komt vooral voor bij grote hondenrassen, in het bijzonder de Duitse dog en de dobermann pinscher. De oorzaak van CCSM is multifactorieel: vertebrale instabiliteit, stenose en/of malformatie, discus hernia en degeneratieve veranderingen van de facetgewrichten en ligamenten. Eén afwijking of een combinatie van deze afwijkingen veroorzaakt progressieve stenose met compressie van het cervicale ruggenmerg. Deze compressie is soms dynamisch, waarbij de mate van compressie afhankelijk is van de positie van de nek. Klachten kunnen op jonge leeftijd maar ook later optreden. De symptomen zijn ataxie, paraparese of tetraparese (zelden) en hyperesthesie of nekpijn. Het typische beeld is wijdbeense ataxie van de achterpoten en pseudohypermetrie (korte, houterige passen) van de voorpoten, ofwel kreupelheid van een voorpoot ten gevolge van druk op een zenuwwortel (root signature). De behandeling van CCSM is conservatief of chirurgisch. De prognose is altijd gereserveerd en de kans op recidivering is groot.

Vanuit AOMD oogpunt is er bij CCSM sprake van een afwijkende wervelstand, waarbij de cervicale wervels zich langs de AP-as (anterior-posterior) naar ventraal verplaatsen, met een lichte verplaatsing naar craniaal. Opheffing van deze afwijkende stand door middel van orthomanipulatie vermindert de ruggenmergcompressie en de symptomen.